In het Tribunaal voor oorlogsmisdaden van Neurenberg, Zaak nr. VI), werden twee dozijn bestuurders van BAYER en BASF veroordeeld voor massamoord, slavernij, plundering en andere misdaden tegen de menselijkheid. De Amerikaanse aanklagers in dit historische proces kwamen tot de conclusie dat de Tweede Wereldoorlog zonder IG Farben niet mogelijk zou zijn geweest.
Het Tribunaal voor oorlogsmisdaden van Neurenberg heeft ook gedocumenteerd dat BAYER en de andere leden van IG Farben onschuldige gevangenen van Auschwitz en andere Duitse concentratiekampen als menselijke proefkonijnen hadden misbruikt om hun nieuwe synthetische geoctrooieerde geneesmiddelen te testen. Foto’s van deze geneesmiddelen, inclusief hun bedrijfslogo’s, werden opgevoerd als officiële bewijsstukken tegen IG Farben aan het Tribunaal voor oorlogsmisdaden van Neurenberg.
De documenten leggen de overlappende bedrijfs- en politieke belangen bloot. De Amerikaanse aanklagers in Neurenberg omschreven de nauwe relatie tussen IG Farben en de naziregering als een ‘alliantie’, ‘huwelijk’ en soortgelijke termen. Bovendien bleek uit de verslagen van het Neurenberg-tribunaal dat de dochterondernemingen van BAYER en andere leden van IG Farben in meer dan 100 landen ter wereld in wezen als strategische centra dienden om de uitvoering van deze militaire wereldverovering te plannen en te ondersteunen.
In zijn openingsverklaring tegen IG Farben aan het Tribunaal voor oorlogsmisdaden van Neurenberg, liet de Amerikaanse hoofdaanklager Telford Taylor er geen twijfel over bestaan dat de Duitse chemische/farmaceutische multinationals de drijvende kracht waren achter de opkomst van de nazipartij en de Tweede Wereldoorlog in een poging de wereld te veroveren:
‘Hun [deze bedrijven] doel was de Duitse natie in een militaire machine te veranderen en haar uit te bouwen tot een destructieve drijfkracht die zo angstaanjagend formidabel was dat Duitsland, door wreedaardige dreigementen en, indien nodig, door oorlog, haar wil en haar heerschappij kon opleggen aan Europa, en, later, aan andere naties aan gene zijde van de zeeën.’
Om de voorbereidingen voor de veroveringstochten met de naziregering te coördineren, onderhield IG Farben bovendien een reusachtig ‘verbindingsbureau’ in Berlijn, met de codenaam ‘Berlin Northwest 7’. Details van de activiteiten van deze bedrijfs-/militaire coördinatie zijn gedocumenteerd in de verslagen van de zaak tegen IG Farben van het Tribunaal voor oorlogsmisdaden van Neurenberg.
Na haar nederlaag in de Tweede Wereldoorlog kreeg Duitsland – onder geallieerd bestuur – een democratische grondwet. Het is echter veelbetekenend dat gedurende de beslissende eerste decennia van de nieuwe Bondsrepubliek, veel van haar politieke besluitvormers voordien de poging van de nazi’s/IG Farben om de wereld te veroveren hadden gediend. Hans Globke – tijdens het Derde Rijk hoofdadministrateur van de bezette landen en mede-auteur van de beruchte Duitse rassenwetten – werd een van de hoofdarchitecten van het ‘nieuwe Duitsland’ als eerste kanselier die verantwoordelijk was voor alle uitvoerende regelingen van de West-Duitse grondwet. Walter Hallstein – die voorheen, tijdens de naziheerschappij, een belangrijke planner was van het nieuwe juridische en administratieve bestel in landen die door de nazi/IG Farben-coalitie waren veroverd – werd de hoofdarchitect van het Duitse buitenlandse beleid en medeoprichter van de Europese Economische Gemeenschap, de voorloper van de huidige Europese Unie in Brussel.
Maar dit was slechts het topje van de ijsberg. Het hele bestuur van de politieke, sociale en zelfs de militaire sectoren van de pas opgerichte Bondsrepubliek Duitsland was doordrongen van een ‘oude elite’ – die aan alle denazificatiepogingen was ontsnapt. Samen zorgden zij ervoor dat, onder een nieuwe sluier, de democratie genaamd, de eertijdse bedrijfsbelangen van de Duitse chemische/farmaceutische industrie floreerden, en bereidden zij zich voor op hun volgende poging om de wereld te veroveren.
Een voorwaarde voor het welslagen van deze strategie was natuurlijk dat het misdadige verleden van de Duitse chemische farmaceutische industrie achter de twee wereldoorlogen systematisch uit de leerboeken van de geschiedenis en uit het gemeenschappelijk geheugen van de mensheid moest worden gebannen. Met dit doel voor ogen hebben de nieuwe politieke belanghebbenden van deze bedrijfsbelangen miljarden uitgegeven om de Tweede Wereldoorlog – als rassenoorlog in de eerste plaats – te herinterpreteren en daarbij de rol van IG Farben als de drijvende economische kracht van deze oorlog opzettelijk verborgen gehouden.
4. ‘EU in Brussel’ – Politburo van de huidige exporthandel van farmaceutica
Nadat hun tweede poging om de wereld te veroveren, de Tweede Wereldoorlog, was mislukt, kwamen de Duitse chemische/farmaceutische industrie en haar politieke belanghebbenden met een nieuw plan – ditmaal met voornamelijk politieke en economische middelen. De eerste stap in hun nieuwe strategie was het vestigen van een economische en politieke heerschappij over Europa – en op die basis een nieuwe poging te ondernemen om de wereld te veroveren via het bedrijfsleven. Dit betekende het startschot voor de bovengenoemde ‘Europese Unie’ – ook bekend als de ‘EU in Brussel’.
Vandaag de dag heeft de farmaceutische beleggingsindustrie het hele Europese continent veranderd in een exporthub van koopwaar om aan de wereld te slijten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de EU in Brussel nu niet alleen de belangen van de Duitse exportindustrie van farmaceutica vertegenwoordigt, maar ook de economische en politieke belangen van ongeveer driekwart van de exportindustrie van farmaceutica in de wereld. Deze organisatie paradeert weliswaar als een ‘baken van democratie’ op het wereldtoneel van vandaag, maar opereert volgens de traditie van IG Farben’s coördinatiebureau ‘Berlin Northwest 7’ uit WO II en fungeert in wezen wereldwijd als de politieke coördinator van de exportbedrijven van farmaceutica van vandaag.
Bijzonder verontrustend is het feit dat de EU in Brussel is bedacht en vormgegeven volgens de blauwdrukken van een Europa dat was ontworpen door de nazi/IG Farben-coalitie – na de overwinning in de Tweede Wereldoorlog. Deze Europese politieke constructie wordt bestuurd door een groep niet-gekozen ‘commissarissen’. Het gebruikt een leger van meer dan 50.000 bureaucraten, die allemaal worden betaald door de Europese belastingbetalers. Dit reusachtige bedrijfs-/politieke apparaat – ’s werelds grootste coördinatiebureau van bedrijfsbelangen – verschuilt zich achter een pseudo-democratische structuur, een zogenaamd ‘EU-parlement’, dat zelfs de meest elementaire democratische rechten ontbeert, bv. het recht om wetgeving te initiëren.
De belangrijkste architect van deze constructie, die – na de oprichting in 1957 – negen jaar lang de functie van niet-verkozen voorzitter van de Commissie bekleedde, was de bovengenoemde Walter Hallstein, een Duitse advocaat en politicus die alleen aan zijn veroordeling als oorlogsmisdadiger ontsnapte door tegenover de geallieerde denazificatie-autoriteiten zijn banden met het ‘Derde Rijk’ te ontkennen. Hallstein was een officiële wettelijke vertegenwoordiger van de nazistaat op een beslissende conferentie in Rome in 1938, een jaar voor het begin van de Tweede Wereldoorlog, waar de Duitse en Italiaanse fascistische regeringen het naoorlogse gezicht van Europa onder hun heerschappij planden.
Amper twee decennia later ondertekende dezelfde Walter Hallstein het Verdrag van Rome, de oprichtingsakte van de huidige Europese Unie, als een van de 12 grondleggers ervan.
In diezelfde geest streeft de EU in Brussel vandaag de dag het eeuwenoude doel van wereldverovering na ten behoeve van de chemisch/farmaceutische beleggingsindustrie. Daartoe dringt zij aan op zogenaamde ‘vrijhandelsovereenkomsten’ met andere regionale organisaties, zoals de Mercosur, de Afrikaanse Unie en andere. Onder het voorwendsel van bevordering en harmonisatie van de handel breiden deze ‘overeenkomsten’ de protectionistische greep van de farmaceutische beleggingshandel op regeringen en honderden miljoenen gewone mensen ter wereld uit.
5. Farmaceutisch kolonialisme – de gruwelijkste vorm van neokolonialisme
Je hoeft geen diploma in handel of politiek te hebben behaald om te begrijpen dat de ‘EU in Brussel’, door de economische belangen van een multimiljarden-dollar exporthandel van farmaceutica te vertegenwoordigen, probeert deze belangen wereldwijd te versterken en uit te breiden. De ‘EU in Brussel’ fungeert dus ook als het wereldwijde politieke bestel voor de bevordering van het farmaceutisch kolonialisme.
a. Aan welke kant staat de VN?
In februari 2021 heeft u, meneer Guterres, uw naam gezet onder een document met de titel Multilaterale samenwerking voor wereldwijd herstel. De andere ondertekenaars waren politieke vertegenwoordigers van de grootste exportnaties van farmaceutica ter wereld, onder wie Angela Merkel (Duitsland), Emmanuel Macron (Frankrijk), Charles Michel (België, voorzitter van de zogenaamde ‘Europese Raad’), Ursula von der Leyen (Duitsland, voorzitster van de EU-Commissie). In deze brief, waaraan veel ruchtbaarheid is gegeven, roept u op tot een snellere distributie van geoctrooieerde vaccins aan de ontwikkelingslanden. Hoewel een dergelijke oproep door sommigen kan worden gezien als steun aan de inwoners van die ontwikkelingslanden, werpt de lijst van ondertekenaars een heel ander licht op deze oproep. Uw naam, als VN-Secretaris-Generaal – naast die van de politieke belanghebbenden van de bedrijfsbelangen die driekwart van de wereldexport van geneesmiddelen vertegenwoordigen – zou wel eens het zoveelste misbruik van de VN als geloofwaardige internationale organisatie door deze bedrijfsbelangen kunnen blijken te zijn.